Alle kinderen van 2 tot 4 jaar moeten straks minimaal 16 uur per week naar de opvang kunnen. Ouders krijgen daarvoor een tegemoetkoming van de overheid, ongeacht of ze werken. Met dit advies komt de Sociaal-Economische Raad (SER) donderdag naar buiten. Ook zijn extra uren nodig voor het bijspijkeren van peuters met een achterstand.
Nu hebben alleen ouders met een baan of studie recht op een financiële tegemoetkoming, de zogeheten kinderopvangtoeslag, als ze voor hun kroost opvang regelen. Naar schatting tienduizenden gezinnen vallen buiten de boot, bijvoorbeeld omdat één ouder thuis blijft.
Dat moet veranderen, vindt de Sociaal-Economische Raad, belangrijk adviseur van kabinet en parlement. ,,Ons idee is juist dat álle kinderen de mogelijkheid krijgen zich in de opvang goed te ontwikkelen en achterstanden in te lopen,” zegt SER-voorzitter Mariëtte Hamer.
Hamer vervolgt: ,,We pleiten niet voor gratis kinderopvang of een volledig ander systeem van financiering. Maar we geven wél aan hoe aan de knoppen gedraaid kan worden om de toegang tot opvang zo breed mogelijk te maken.”
Eigen bijdrage
Voor gezinnen die al recht hebben op kinderopvangtoeslag, hangt de hoogte af van het inkomen en het aantal kinderen per gezin. Verder geldt een eigen bijdrage, die kan variëren van 10 tot 60 euro per dag. Wat de SER betreft blijft die ook straks bestaan, maar wordt de opvang per saldo betaalbaarder.
Aan het plan hangt een fors prijskaartje, van maximaal 231 miljoen euro. ,,We zijn realistisch en beseffen dat zulke investeringen niet zomaar te regelen zijn. Daarom leggen we ons advies nu al neer voor de formatietafel van een volgend kabinet.”
Het adviesorgaan stelt daarnaast voor de volgende kabinetsperiode 169 miljoen uit trekken om kinderen met een taal- of leerachterstand extra uren ondersteuning te geven; minimaal 16 uur per week in plaats van nu 10 uur. Dit is volgens experts nodig, wil de begeleiding helpen.
Daarover zegt de SER-voorzitter: ,,We stellen voor extra hulp in beginsel op basis van vrijwilligheid te verstrekken. Maar als straks blijkt dat er onvoldoende kinderen met een achterstand mee gaan doen, dan kunnen maatregelen in de toekomst minder vrijblijvend worden.”
De Sociaal-Economische Raad heeft zorgen of werkende ouders met een totaal inkomen tot 1,5 keer modaal (50.000 euro per jaar) nog goede opvang kunnen betalen, ook als ze wél een toeslag ontvangen. Want zelfs rijkere gezinnen voelen de pijn van eerdere bezuinigingen op de kinderopvang steeds meer in hun portemonnee.
Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken), de opdrachtgever van het advies, krijgt van de SER de raad mee te bekijken of bepaalde groepen echt extra ondersteuning nodig hebben. Ook de positie van eenoudergezinnen verdient aandacht.
Betaalbaar systeem
,,Van belang is dat een stabiel én betaalbaar systeem ontstaat dat het jojo-effect van de afgelopen jaren voorkomt,” schetst Hamer. De SER gaat er daarbij vanuit dat er uiteindelijk toegewerkt wordt naar één financieringssysteem voor alle soorten opvang van kinderen.
Naar verwachting zal een Kamermeerderheid het advies van de SER met gejuich ontvangen. Ook BOinK (de belangenvereniging van ouders in de kinderopvang) heeft altijd geroepen dat het een ‘groot goed’ zou zijn als alle ouders straks gebruik kunnen maken van dezelfde tegemoetkoming voor opvang.
Minister Asscher laat weten verheugd te zijn met het advies. ,,Ik deel de analyse dat het belangrijk is om te investeren in jonge kinderen en dat alle kinderen zich vanaf de start samen kunnen ontwikkelen. Voorschoolse voorzieningen van hoge kwaliteit kunnen daar een belangrijke bijdrage aan leveren. Maar ook een goede overdracht en doorgaande lijn naar het basisonderwijs zijn hierbij belangrijk, zowel voor de ontwikkeling van kinderen als om de kennis over een kind te behouden.” Asscher gaat het SER-advies zorgvuldig bestuderen en hoopt vóór de zomer met een officiële reactie te komen.
De overige voorstanders – waaronder D66 – beseffen dat deze stap een financiële injectie vraagt, maar ze zien dat als ‘goede investering in de ontwikkeling van kinderen’. ,,We gunnen alle kinderen een topstart, maar helaas was het kabinet op dit onderwerp tot op het bot verdeeld,” vertelt Kamerlid Steven van Weyenberg. ,,Met deze doorbraak kunnen we eindelijk het debat verder brengen.
Bron: Ad.nl